
Wanneer je op wintersport bent en je bevindt je op de piste, dien je je te houden aan de pisteregels. Deze zijn opgesteld door de FIS: Fédération Internationale de Ski, ofwel de internationale skifederatie.
De regels zijn bedacht als een soort verkeersregels. Net als op de weg moet je ook op de piste rekening houden met andere pistegebruikers. Nu kennen pistes geen rijbanen, maar je moet toch zeker op je snelheid letten en zijn er dingen waar je rekening mee moet houden wanneer je in gaat voegen. Net als op de weg.
Hoewel men ervanuit gaat dat alle skiërs en snowboarders op de hoogte zijn van de pisteregels, is dit natuurlijk niet zo. Het is zelfs zo dat als je je als skiër (of snowboarder) niet aan de regels houdt, je strafrechtelijk vervolgd kunt worden! Daarom een geheugensteuntje. Wat waren die 10 pisteregels ook alweer?
Inhoud van dit artikel
1. Rekening houden met anderen
Je moet je als skiër of snowboarder zo gedragen, dat je een ander niet in gevaar brengt of schade toebrengt. Gewoon normaal doen dus.
2. Beheersen van snelheid en skistijl
Iedere skiër en snowboarder moet op elk moment kunnen stoppen of uitwijken. Je moet je snelheid en manier van skiën aanpassen aan je eigen skivaardigheid, de conditie van de piste, de sneeuw- en weersomstandigheden en de drukte op de piste.
Het is daarom ook geen goed idee om als onervaren skiër zomaar de rode of zwarte piste af te gaan, ook al zeggen je vrienden “dat je het heus wel kunt”!
3. Keuze van het spoor
Wanneer je als skiër of snowboarder van achteren komt, moet je het skispoor zo kiezen dat je de andere pistegebruikers voor je niet in gevaar brengt. Let dus goed op langzaam skiënde skiërs of skiklasjes!
4. Inhalen
Inhalen mag van boven of van beneden en van links of van rechts. Maar wel met gepaste afstand, en zo dat je de ander niet belemmert. Net als wanneer je in de auto een fietser inhaalt: zorg voor afstand.
5. Invoegen en weer verder skiën
Wanneer je de de piste (weer) wilt betreden, of na een stop verder wilt skiën, moet je dit op zo’n manier doen dat je anderen geen gevaar toebrengt. Kijk dus goed om je heen of er geen andere skiërs aankomen voor je zo weer de piste op glijdt!
6. Smalle plaatsen
Je moet vermijden om op smalle of onoverzichtelijke plaatsen op de piste stil te (komen te) staan. Wanneer je gevallen bent op zo’n dergelijke plek, dien je zo snel mogelijk hier weg te komen.
7. Klimmen en lopen
Wanneer je omhoog klimt of omlaag loopt, mag je dit alleen aan de zijkant van de piste doen.
8. Letten op tekens
Je dient altijd de markeringen en de borden in acht te nemen. Dit soort borden kunnen bijvoorbeeld afremmingstekens zijn, of borden bij de sleeplift dat je in het spoor moet blijven.
9. Verlenen van hulp
Bij een ongeluk ben je verplicht om hulp te verlenen. Controleer dus altijd wanneer je iemand ziet liggen of er hulp nodig is en of dit al gegeven wordt. Ski nooit zomaar door!
10. Legitimatieplicht
Je moet je altijd kunnen legitimeren bij een ongeval. Of je nu getuige of betrokkene bent, verantwoordelijk of niet.
Naast deze tien pisteregels kan het zijn dat het land of gebied waar je je bevindt ook nog aanvullende regels heeft. Deze vind je vaak terug bij liften of op borden langs de pistes. Denk bijvoorbeeld aan de helmplicht voor kinderen onder de 14 jaar in Italië. En in sommige landen is het gebruik van mondkapjes in dichte liften verplicht.
🎿 Lees ook: Ontdek de verschillende soorten ski’s en vind de ski die bij jou past
En, kende jij de tien pisteregels nog allemaal? Zorg dat je altijd goed voorbereid op wintersport gaat! Zin in wintersport gekregen, en moet je nog boeken? Bekijk dan snel het aanbod van Chalet.nl, voor een groot aanbod aan chalets en appartementen.

Comments