
Werken in de Kids Club van het Schlosshotel Fiss is nooit saai. Iedere dag is anders, en dat komt niet alleen door de planning of het weer. Nee, het zijn vooral de kinderen die het werk zo verrassend maken. In het bijzonder het feit dat ze uit alle windstreken komen. Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Frankrijk, België, Zwitserland… maar ook uit Amerika en de Verenigde Arabische Emiraten. Je hoort hier in één middag meer talen en accenten dan op Schiphol in de zomer (oké overdreven, maar je snapt het).
En wat ik daar allemaal van leer? Meer dan ik had gedacht!
Inhoud van dit artikel
Talenkennis: van Zwitserduits tot peuter-Frans
Dat ik elke dag Nederlands, Engels en Duits spreek, is geen verrassing. Maar wie denkt dat dat genoeg is in de Kids Club, komt bedrogen uit. Want dan komen de Zwitsers binnen. Niet met hun skistokken zoals in de winter (zoals ik gewend was toen ik skilerares was), maar met hun kinderen, die niet alleen vol energie zitten, maar ook nog een totaal onbegrijpelijk dialect spreken.
Zwitserduits is echt een andere taal dan Hoogduits. En waar je in Oostenrijkse dialecten na een tijdje een beetje leert meeluisteren, doen de Zwitsers er qua ingewikkeldheid gewoon een schepje bovenop. Ze leren op school wel Hoogduits, maar veel van de kinderen in de Kids Club zijn daar nog net te jong voor. Die praten dus wat ze thuis horen: voluit Zwitserduits, compleet met ‘chuchichäschtli’ (googel dat maar eens).
Soms heb je geluk, dan is er een ouder broertje of zusje bij die bereid is om te vertalen. En soms helpt het dat woorden in het Zwitserduits juist makkelijker zijn. Neem nou ‘lijm’, in het Duits ‘Kleber’, maar de Zwitsers zeggen ‘Liem’ of ‘Leim’. Dat snappen wij Nederlanders! En dan zijn er nog die drie Franse woorden die ergens achterin mijn brein rondzwerven. Toch handig als je een Frans kindje ook mee wil laten spelen met het dierenavondprogramma, en je nog net weet dat een ‘Vache‘ wel op de boerderij leeft.

Gedrag: delen, spelen en omgaan met verschillen
Niet alleen de taal is anders, ook het gedrag van kinderen varieert per land, en soms zelfs per opvoedstijl. Je merkt bijvoorbeeld duidelijk verschil tussen kinderen die al naar de kleuterschool gaan en kinderen die nog thuisblijven. Die laatste groep kan vaak nog moeilijk delen, of weet niet goed hoe ze met andere kinderen moeten samenspelen. En dat kan voor de nodige uitdagingen zorgen als je ineens acht kinderen hebt, maar maar twee brandweerauto’s.
Sommige kinderen praten nauwelijks, anderen willen alleen met een bepaald knuffeltje spelen. En er zijn ook kinderen die de hele dag aan je hangen, omdat ze gewoon heel graag met jou willen spelen (en jij dus geen seconde rust hebt). Je leert dus niet alleen veel over kinderen, maar ook over jezelf. En over je grenzen, geduld en hoe je die vriendelijk bewaakt. Ik merk dat vooral op de drukke dagen, zoals ik beschreef in een typische werkdag in de Kids Club.

Non-verbaal, geduld en groepsdynamiek
Wat ik ook geleerd heb: woorden zijn lang niet altijd nodig. Met een glimlach, gebaar of voorbeeld kun je vaak meer bereiken dan met een hele uitleg. En je ontwikkelt echt een soort zesde zintuig voor groepsdynamiek. Wie trekt naar wie toe? Wie is verlegen? Wie heeft even ruimte nodig? Wie is toe aan een knuffel of juist een pauze?
Daarnaast word je vanzelf cultureel gevoeliger. Niet alle kinderen zijn het gewend dat je direct tegen ze praat (oh, wat zijn de Nederlandse kinderen dan ineens makkelijk). In sommige culturen is autoriteit vanzelfsprekend, in andere moet je het verdienen. Wat in de ene opvoeding normaal is, is in de andere ‘stout’. En dus leer je goed observeren, afstemmen en schakelen.
Van de week nog sprak ik met Nederlandse ouders, die zich een beetje schaamden voor hun kinderen. De Nederlandse kinderen zijn over het algemeen heel druk en luidruchtig, en dat valt op. Maar het fijne aan Nederlandse kinderen? Ze zijn meestal zeer zelfstandig. Ze kunnen (en mogen) alles zelf, en dat scheelt voor ons juist weer heel veel.
Meer daarover lees je ook in de leukste én de lastigste momenten met kinderen in de Kids Club, want soms zijn het juist die drukke binnenmomenten die je het meest bijblijven.

En het allerbelangrijkste…
Je leert dat het niet uitmaakt waar een kind vandaan komt. Uiteindelijk willen ze allemaal hetzelfde: spelen, plezier maken, gezien worden. En als ik dan aan het eind van de dag een knutselwerkje krijg met mijn naam erop geschreven (of nou ja, een poging daartoe, mijn naam is nou eenmaal niet de makkelijkste), dan smelt mijn hart. Elke keer weer.
De overstap van skileraar naar kinderanimatie is groot, maar ook heel bijzonder. In dit artikel over mijn zomerstart lees je hoe dat avontuur begon.
Overnachten in Schlosshotel Fiss
Wil je zelf ook genieten van alles wat Fiss te bieden heeft? Het Schlosshotel Fiss is niet alleen mijn werkplek, maar ook een heerlijke plek om te overnachten. Het hotel biedt luxe kamers, een uitgebreid wellnesscentrum en prachtig uitzicht op de bergen. Zo ervaar je Fiss op z’n best, zowel in de zomer als in de winter!
👉 Bekijk hier de beschikbaarheid en prijzen op Booking.com

Comments